Van dat misverstand moeten we af! Anderstalige kinderen die Nederlands gaan leren op school hebben best een stevige basis van hun thuistaal. Als de kinderen zich goed kunnen uitdrukken in hun eigen taal en een uitgebreide woordenschat hebben, zal het aanleren van een nieuwe taal makkelijker gaan. Ze hebben immers leren ‘spelen’ met hun eigen taal, begrijpen hoe zinnen in elkaar zitten. Die kennis en vaardigheden kunnen ze dan toepassen wanneer ze een nieuwe taal leren, in dit geval het Nederlands.
Dat voorlezen een positieve invloed heeft op de taalontwikkeling van kinderen is duidelijk. Het is goed voor hun taalgevoel en voor de uitbreiding van hun woordenschat. Boekentaal is over het algemeen rijker dan spreektaal. Vaak worden moeilijke woorden duidelijk door de context van een verhaal of de illustraties in een prentenboek. Daarom is voorlezen in de eigen taal belangrijk.
Tip voor anderstalige ouders
Ouders kunnen thuis ook voorlezen uit twee- of meertalige boekjes: eerst lezen ze voor in hun eigen taal, daarna in het Nederlands. Zo zullen kinderen de verhaallijn beter begrijpen en de Nederlandse woorden makkelijker oppikken.
Sommige gezinnen hebben geen voorleescultuur en weinig boeken in huis. Hier zijn scholen en bibliotheken aan zet. Scholen zouden meer kunnen inzetten op voorlezen in de klas en op een goede samenwerking met de plaatselijke bibliotheek. Een klasbezoek aan de bib doet vaak een wereld opengaan voor minder taalvaardige kinderen die het fantastisch vinden om met leuke boeken, ook Nederlandstalige, naar huis te gaan. Op hun beurt brengen zij een (voor)leescultuur in huis en krijgen boeken en taal er een plaats.