De gebruiksvriendelijke manier van werken op een iPad is het belangrijkste. Een iPad werkt eenvoudig en is simpel te bedienen. Het heeft één startscherm, waar je dadelijk al je apps op terug vindt. Dit kan belangrijk zijn in de keuze van een tablet voor een kind met fysieke en/of verstandelijke beperkingen. Android toestellen zijn net iets ingewikkelder, ze hebben meerdere ‘startschermen’ en je vindt soms niet al je apps even gemakkelijk terug.

Ondertussen hebben de Android tablets wel echter een serieuze inhaalbeweging gemaakt. Ook daar kan je nu een aantal instellingen veranderen om de tablet gemakkelijker te maken in bediening. Dan moet je wel zelf je weg in kennen of vinden in de veiligheidsinstellingen van je toestel.

De iPad heeft een reeks toegankelijkheidsinstellingen standaard ingebouwd. Je moet dus niet investeren in dure apps om bepaalde instellingen aan te passen. Je kan een kind bij voorbeeld gemakkelijk op de iPad laten spelen, zonder dat hij uit de app kan die jij voor hem open gezet hebt.

Op sommige Android toestellen kan je werken met gebruikersprofiel, waarbij je voor je kind een veilige omgeving kan creëren. Hiervoor moet je echter op zoek naar juist dat toestel dat zo werkt.

Daarnaast is er ook een enorm verschil in het aantal kwaliteitsvolle apps. In de AppStore worden nieuwe apps immers eerst gekeurd vooraleer wij ze kunnen zien en downloaden. Dit is niet persé zo bij Android. Waardoor je op dat laatste platform soms apps downloadt die van mindere kwaliteit zijn of die onveilige dingen (een virus of malware) met zich mee brengen als je ze installeert.  

De apps in de PlayStore worden ondertussen ook beter gekeurd, maar het aanbod aan kwaliteitsvolle apps is nog niet zo uitgebreid als deze in de Appstore van Apple.

Een belangrijk argument voor de keuze is de prijs: Android tablets vind je in diverse prijscategorieën. Je kan al eentje kopen met een kleiner budget. De iPad daarentegen behoort tot de duurdere tablets.