Er is niet één juiste manier van begeleiding. Het hangt onder meer af van de leeftijd van je kind.
Hoe ouder je kind, hoe meer vrijheid en verantwoordelijkheid het krijgt.
Voor sociale media kan je aanpak ook anders zijn dan voor gamen. En voor de computer kan het anders zijn dan voor de smartphone.
Een paar mogelijkheden om je kind te begeleiden.
Doe dingen samen
- Praat vaak met je kind over wat je kind leuk vindt, en wat je kind stoort of waar het zich zorgen over maakt.
- Vraag waar je kind online mee bezig is. Toon interesse.
- Moedig je kind aan om jou te laten zien wat het kan, bijvoorbeeld een nieuw level in een spel, of wat het maakt, bijvoorbeeld een verhaal op Snapchat.
- Doe samen iets op de computer, tablet of smartphone. Bijvoorbeeld samen een spelletje spelen of een filmpje maken.
- Help je kind om een probleem op te lossen. Bijvoorbeeld samen iets opzoeken voor school, of samen een oplossing zoeken als het toestel een foutmelding geeft.
- Maak samen afspraken over wat wel en niet kan online.
- Moedig je kind aan om zelf na te denken over de goede en slechte gevolgen van zijn of haar keuzes.
- Veroordeel je kind niet als hij of zij iets verkeerds heeft gedaan. Het kan leren uit die ervaring.
Leg beperkingen op
- Je kind mag niet online op bepaalde tijdstippen, bijvoorbeeld ’s avonds laat of tijdens het eten. Laat je kind het best niet online gaan vlak voor het slapengaan. Het licht van het scherm kan ervoor zorgen dat je kind moeilijker in slaap valt.
- Je kind mag geen toestellen gebruiken op bepaalde plaatsen, bijvoorbeeld in de slaapkamer.
- Je kind mag bepaalde dingen niet zien. Vaak gaat het om spelletjes of filmpjes met geweld of seks die niet geschikt zijn voor zijn leeftijd.
- Je kind mag niet op (bepaalde) sociale media zoals Facebook of apps zoals Snapchat. Of je kind mag geen publiek profiel hebben of herkenbare foto’s van zichzelf online zet.
Controleer
- Je controleert zonder speciale software. Je kijkt de zoekgeschiedenis van je kind na, de online (chat)gesprekken. Je controleert met wie je kind in contact staat online ... Vertel je kind wat je doet. Leg ook altijd uit waarom je je kind wil controleren.
- Je controleert met instellingen of software, of ‘parental controls’. Je kan als ouder bepaalde instellingen aanpassen, zodat je kind bijvoorbeeld sommige websites niet kan bezoeken. Of je kan aparte programma’s of apps installeren bijhouden wat je kind online doet. Praat erover met je kind. Doe het niet stiekem.