We weten dat tieners die betrokken zijn bij cyberpesten, vaak ook offline pesten meemaken. Maar niet alle tieners die gepest worden in de offline wereld, worden ook gecyberpest.
Cyberpesten komt nog steeds minder voor dan offline pesten. Het is dus belangrijk om te weten welke tieners risico lopen om betrokken te geraken bij cyberpesten.
- Tieners die vaak internet en gsm gebruiken, hebben meer kans om betrokken te zijn bij cyberpesten. Dit is logisch: je hebt toegang tot internet of gsm nodig om anderen te kunnen cyberpesten of om gecyberpest te worden.
- Jongeren die vaak risico’s nemen online, hebben meer kans om betrokken te zijn bij cyberpesten. Voorbeelden van online risico’s zijn: persoonlijke informatie delen online, nieuwe vrienden maken online en je eigen paswoord doorgeven aan anderen.
- Ouders spelen een belangrijke rol. Als ouders volgen wat hun kinderen doen online, dan hebben die kinderen minder kans om betrokken te zijn bij cyberpesten.