Tieners en kinderen (cyber)pesten vaak omdat ze zich niet goed voelen, thuis of op school. Probeer samen met je kind deze negatieve gevoelens aan te pakken.
4 tips
Leer je kind dat het anderen met respect moet behandelen
Regels die gelden voor offline gedrag, gelden ook online. Leer je kind dat je anderen met respect moet behandelen online. Geef zelf ook het goede voorbeeld.
Goed om te weten: Boodschappen kunnen anders overkomen dan bedoeld was. Anderen kunnen (online) berichten anders interpreteren. Dit komt onder andere omdat je elkaar niet kan zien en dus de communicatie via lichaamstaal, gezichtsuitdrukkingen en stemgeluid verloren gaat.
Minimaliseer het pesten niet
Sommige ouders minimaliseren pesten. Ze zeggen dat het deel uitmaakt van het normale leven van tieners. Soms stellen ouders dat pestgedrag deel uitmaakt van het opgroeien. Een pestervaring zou volgens deze ouders kinderen weerbaar maken voor het latere leven. Dit klopt niet! Pesten kan heel erge gevolgen hebben voor slachtoffers en maakt tieners zeker niet harder. Het is dus belangrijk dat ouders duidelijk maken aan hun kinderen dat pesten nooit OK is.
Straf je kind op een gepaste manier
Het is bewezen dat tieners minder cyberpesten als hun ouders hen straffen voor hun negatieve gedrag. Als ouder kan je de straf aanpassen aan bepaalde situaties: toont je kind spijt, hoe ernstig was het gedrag … Je kan ook samen met je kind een gepaste straf bedenken.
Bespreek met je kind wat het tot cyberpesten heeft aangezet
Heb je het vermoeden dat jouw kind cyberpest? Spreek je kind hierover aan. Vertel dat je bezorgd bent en vraag naar meer informatie. Vermijd van meteen boos te worden en te beschuldigen.
Ben je zeker dat je kind anderen cyberpest? Probeer dan via een gesprek een duidelijk beeld te krijgen van wat je kind hiertoe heeft aangezet. Start het gesprek op een rustig moment, wanneer je zelf kalm bent.
Praten met je kind over cyberpesten
Pesten en cyberpesten gebeurt vaak binnen een groep. Vaak worden tieners aangezet door anderen. Bespreek met je kind hoe het zo ver is kunnen komen en of je kind onder druk werd gezet door anderen. Probeer je in te leven de situatie van je kind, maar maak altijd duidelijk dat het pesten niet OK is. De gevoelens die erbij horen (onzeker, boos zijn …) die mogen er natuurlijk wel zijn.
Geef je kind de kans het verhaal zelf te vertellen. Stel vragen, luister en laat je kind uitspreken.
“Ik kwam daarnet de mama van Sam tegen en maak me toch wat zorgen. Ze vertelde dat Sam door jou werd lastig gevallen via Facebook. Dus ik vraag me af of dit verhaal klopt?”
“Jouw leraar toonde me de berichten die je naar Sam hebt gestuurd. Ik was echt verrast. Hoe komt het dat dit zo ver is kunnen komen?”